Tibetaanse geneeskunde
Tibetanen kijken heel anders tegen gezondheid en ziekte aan als dan dat wij gewend zijn. De meeste kwalen kan de mens door een gezonde manier van leven, een verstandige voeding, geloof en harmonie met zijn medemensen zelf genezen.
De Traditionele Tibetaanse Geneeswijze is meer dan 2500 jaar oud en kent unieke methoden om een diagnose te stellen. In de oude Tibetaanse teksten staat dat onwetendheid de oorzaak is van al ons lijden. Door onwetendheid krijgen we teveel aan verlangens, kortzichtigheid en woede. Emoties die uit balans zijn verstoren ook het evenwicht in ons lichaam, waardoor we klachten kunnen krijgen. Volgens de Tibetaanse Geneeskunde worden alle lichaamsfuncties door drie energieën gereguleerd.
Dit zijn:
– Loong (wind energie)
– Tripa (warmte energie)
– Badkan (koude energie)
Loong reguleert alles wat beweegt in het lichaam. Dit betreft onder meer de ademhaling, spieractiviteit, bloedsomloop, het zenuwstelsel en de emoties.
Tripa is de energie die de lichaamswarmte en de spijsvertering regelt en zorgt voor een goede huidskleur.
Badkan is de energie die verantwoordelijk is voor de waterhuishouding in het lichaam zoals het lymfesysteem, slijm, maag, darm en andere sappen.
ls een of meer van deze energieën uit evenwicht zijn, kunnen er klachten of ziekte optreden. Zijn deze energieën met elkaar in balans, dan is het lichaam gezond.
EEN DIAGNOSE STELLEN
De diagnostische methoden van een Tibetaanse amchi (Tibetaanse geneeskundige) bestaan uit;
1. Diagnose door visuele observatie
2. Diagnose door aanraking, het voelen van de pols
3. Diagnose door ondervraging
1. Deze diagnose bestaat uit analyse van de urine, de tong en de ogen. Urineanalyse in de Tibetaanse geneeskunde wordt niet gedaan door middel van laboratoriumtests. Voor Tibetaanse artsen is urine als een spiegel die de kenmerken van de verstoringen weerspiegelt. In de urinediagnose wordt onder ander gelet op de kleur, de substantie, het bezinksel en de bubbels van de urine.
Tong: De tongdiagnose wordt gesteld door observatie van de kleur, aanslag en textuur. De tong is gerelateerd aan het hart, de spijsvertering en problemen gerelateerd aan stress.
Ogen: De diagnose via de ogen wordt gesteld door te kijken naar de kleur en de formatie van bloedvaten. De ogen zijn gerelateerd aan de lever, de galblaas en ook aan stressgerelateerde
problemen.
2. De Tibetaanse dokter plaatst de wijs-, middel-, en ringvinger naast elkaar op de slagader die net onder het polsgewricht van de patiënt zit. Via het lezen van de pols worden accurate berichten van de patiënt naar de dokter overgebracht. De dokter voelt met zijn rechterhand de linker pols van de patiënt , en met zijn linkerhand de rechter pols.
3. Communicatie tussen amchi en patiënt is erg belangrijk omdat dit aanvullende informatie geeft over de aard van de klachten. In de meeste gevallen zal de amchi een drukpuntenmassage toepassen. Op deze wijze komt hij meer te weten over de algehele conditie en het is tegelijkertijd een behandeling om de energiebalans te herstellen.