Reisverslag Shaya Laughlin

Klassenfoto

Tibet heeft altijd een unieke greep op mijn verbeelding gehad, als kind al. Opgesloten in het fort in de bergen droomde ik van het ontdekken van deze mysterieuze plek. Vorige maand had ik de kans om Engels te doceren aan de Emancipatie Van Wijsheidsschool in Golog.

Het is een ervaring die ik nimmer zal vergeten en altijd zal blijven koesteren in mijn hart. Daar waar herinneringen zijn worden wilde dromen waargemaakt. Na een week reizen vanuit Australië werd ik met open armen ontvangen en als één van hen behandeld door mijn collega-docenten.

Op een koude maandagochtend in het voorjaar liep ik naar het besneeuwde schoolplein waar een honderdtal jonge jongens mij begroetten met hun nieuwsgierige ogen. Zij merkten mijn lichte huid en bruine haren op, terwijl ik met belangstelling naar hun kleurrijke monnik- en Tibetaanse gewaden keek. De meesten van hen hadden nog nooit eerder een Westers tienermeisje gezien – alleen in de Amerikaanse actiefilms – die ze af en toe bekeken op een klein televisiescherm.

Wanneer onze paden kruisten bogen zij  voor mij als een teken van respect. De twee weken die volgden, leerde ik de jonge jongens de basisprincipes van het Engels, terwijl ze leergierig en aandachtig luisterden.

Waar vandaan? vroeg een 12-jarige monnik op een middag aan mij nadat ik klaar was met het onderwijzen van het Engelse alfabet aan zijn klas. Australië, antwoordde ik, maar hij leek in de war.

De jongens worden onderwezen in het Tibetaans, Chinees, Engels en Wiskunde Vakken als Aardrijkskunde zijn geen onderdeel van het curriculum. De jongens hebben les van 08:00 uur en werken hard tot 21:00 uur – niemand lijkt zich te storen aan de lange uren. Voor hen is kennis de sleutel tot een betere toekomst en de meesten dromen van wereldreizen – iets dat heel moeilijk is voor een Tibetaan in de huidige politieke situatie. Tijdens de lunch wassen ze hun gezicht met een emmer koud water of spelen voetbal en basketbal.

Meester, kom dans, zei een 8-jarige nomade na de lunch – rijst en yak – op een dinsdag. Op het ritme van een Tibetaanse gitaar, begon de hele school met dansen in de tuin. Een magisch gezicht.

Momenten als deze maakten mijn avontuur waard. Ik kon een ogenblik vergeten dat mijn laatste douche een maand geleden was geweest of dat mijn tenen koud waren.

De school is slecht!. Er zijn geen douches, toiletten, stromend water en de elektriciteit is beperkt. Maar ondanks de zware omstandigheden hebben de studenten en docenten altijd een grote glimlach op hun gezicht. Ze dansen, spelen, lachen en leren samen als één grote familie. Ik heb nog nooit jonge jongens zo enthousiast gezien om te studeren.

Tijdens de schoolweek slaapt iedereen op school in slaapzalen. Op zaterdag gaan zij naar huis om hun familie te bezoeken. Ik was één van de negen leraren samen met vier jonge mannen en vier monniken. De jongens zijn als zonen voor hen. De taalbarrière was moeilijk maar we zijn erin geslaagd via gebarentaal, mijn paar woorden van de Tibetaanse taal  en hun paar woorden Engels taal toch met elkaar te communiceren. Na twee weken hun dagelijks leven te hebben mogen ervaren was ik verdrietig om afscheid te nemen.

Zie je later leraar, schreeuwde de jongens van over de speelplaats. Kom je snel terug? vroeg het schoolhoofd in het Tibetaans.

Ja meneer, ik knikte, terwijl hij zachtjes zijn voorhoofd tegen het mijne drukte om afscheid te nemen.